Hugo Beuker (1976) werd geboren in een Nederlands Hervormd gezin in Drenthe. Maar hij kwam al vroeg tot de conclusie dat hij geen talent had voor het protestantisme. Al meer dan twintig jaar woont hij als kluizenaar in Noord-Groningen en bestiert daar een ‘eenmansklooster’ in het kerkje van Warfhuizen: De Kluizenarij Onze Lieve Vrouwe van de Besloten Tuin

Al heel vroeg had ik een brandende nieuwsgierigheid naar de grote vragen van het leven en, zoals ze dat in de Bijbel noemen: "een verlangen naar de eeuwige heuvelen." Toen ik veertien was bracht die nieuwsgierigheid mij in de katholieke Kerk, en al snel werd het duidelijk dat ik een vorm van religieuze roeping had. Eigenlijk was het kluizenaarsideaal toen al aanwezig, maar eerder als een vage contour dan een concrete mogelijkheid.

Het kluizenaarschap was in Nederland ooit groot geweest, vooral in Limburg, maar was eigenlijk uitgestorven, in ieder geval in zijn officiële vorm. Mijn laatste voorganger had in 1930 het licht uitgedaan. Zodoende was een leven als kluizenaar eigenlijk geen echte mogelijkheid meer. Het bloed bleek echter te kruipen waar het niet gaan kon, en na de nodige omzwervingen kon ik in 2002 terecht in een oude dorpskerk aan de rand van het dorpje Warfhuizen in het noorden van Groningen, waar ik met open armen ontvangen werd.

‘Ik woon niet in een grot op water en brood.’

Pater Hugo

Dagelijks leven

Ik leid daar een leven van relatieve teruggetrokkenheid. Het grootste deel van de kerk is openbaar en zelfs een bescheiden bedevaartplaats voor Onze Lieve Vrouw van Smarten. Ik maak daar schoon en verzorg de bloemen en de kaarsen en zo verder. Er is een koorhek waarachter mijn leefgebied ligt. Daar is het koor waar ik de Mis opdraag en de getijden zing, maar er is ook een klein woonhuisje voor mij. Dat is sober, maar wel van al het nodige voorzien. Ik woon dus niet in een grot op water en brood. Ook ligt daar een afgesloten tuin waar ik buiten kan zijn.

‘Kluizenaars doen werk waarvoor ze niet naar buiten hoeven.’

Pater Hugo

Mijn dag begint om vier uur 's morgens als ik opsta. Daarna bid ik de Metten, het nachtgebed van de monniken. Daar sluiten geestelijke lezing en de lauden - het ochtendgebed - op aan. Daarna de Mis. Eten moet ik ook, en werken. Kluizenaars proberen altijd werk te vinden waarvoor ze niet naar buiten hoeven. Dat lukt meestal alleen in de vorm van een bont mozaïek aan verschillende negotietjes.

Allereerst houd ik de kerk bij, wat in de praktijk een hoop dweilen en bloemschikken betekent. Verder schrijf ik en geef ik op beperkte schaal wat geestelijke begeleiding. Ook produceer ik cursusmateriaal over mystieke theologie waarvoor ik scripts moet schrijven, moet filmen en muziek moet produceren. Ook gaat er natuurlijk de nodige studie in zitten. Enfin, het koorgebed gaat overdag ook door, maar is korter. Dan zijn er om 16:30 de vespers, het begin van het einde van de dag. Daarna eten en recreatie (boeken lezen, soms een film kijken en vaak rozenkransen maken voor in het winkeltje). Om 19:45 de completen, het einde van het einde van de dag, en daarna naar bed.

 

‘Wij zijn levende tekens: de wereld draait niet alleen om materieel nut.’

Pater Hugo

Zet ons niet op een voetstuk, maar laat ons wel tot ons recht komen. Wij zijn er levende tekens van dat ook nu nog de wereld niet alleen maar gaat om doelmatigheid en materieel nut. Daar kun je je aan ergeren, maar ook aan troosten, als je slim bent. Ook doe je ons een plezier door gebruik te maken van de heilige ruimten waar we ons zo voor uitsloven, of je nu gelovig bent of niet. Je kan er gaan zitten bidden, maar je kan er ook even naar de stilte luisteren of in de kaarsvlammetjes gapen. Dat is soms erg lekker, even. 

De kloostercast, vanaf maandag 2 oktober iedere werkdag te beluisteren via KRO-NCRV, Spotify en jouw favoriete podcastapp